.
Als het verleden zich aandient in het heden. |
Als Bert ‘s avonds van kantoor terug naar zijn auto loopt bekruipt hem een gevoel dat hij niet meteen thuis kan brengen. Een gevoel van warmte maar ook een beetje angst. Hij schud de regendruppels uit zijn haar en van zijn jas en stapt in zijn auto op weg naar huis toe. In gedachte staart hij over de snelweg, en plotseling ziet hij langs de kant iemand staan wenken. Als hij even later aan de vluchtstrook stil staat, komt er een jonge vrouw van ongeveer 25 jaar naar zijn auto en tikt tegen het zijraampje aan. Als Bert de deur ontgrendeld stapt zij in en zonder iets te zeggen rijden ze door naar het volgende dorpje.
Plotseling ziet Bert dat hij ergens is waar hij totaal niet moet zijn volledig van de route die hij al zo’n 15 jaar heen en weer van huis naar kantoor rijd. Vreemd denk hij nog, en als hij naast zich kijkt ziet hij tot zijn grote verbazing dat de vrouw die hij opgepikt heeft langs de snelweg, in het niets verdwenen is. Weer heeft hij dat vreemde gevoel. Zelfs de deur heeft hij niet open of dicht horen gaan. Even denkt hij nog, ik zal toch niet in slaap gevallen zijn maar die gedachten verdwijnen als hij naast zich op de grond een haarspeld ziet liggen. Als hij hem op pakt om het eens goed van dichtbij te bekijken, ziet hij dat er een initiaal in staat "S. H." ik zal toch niet gek worden denkt hij. Ik bel mijn vrouw op dat ik wat later thuis kom, en ga wat drinken.
Het toeval wil dat Bert voor een klein café staat hij stapt uit sluit zijn auto en loopt naar binnen. Mag ik een biertje van u zegt hij tegen de kastelein die hem vragend aan kijkt. Na het derde biertje vertelt Bert wat hem is overkomen. Plotseling is het stil in het hele café iedereen staart hem aan en als Bert tot slot de haarspelt laat zien die hij gevonden heeft in zijn auto, komt er een al wat oudere man naast hem zitten staat er soms S.H. op vraagt hij aan Bert. Dat klopt maar hoe weet u dat nou. Dat zal ik je vertellen, daar heb je volgens mij wel recht op, fluistert de man hem toe. Ongeveer 30 jaar terug, vervolgt de man zijn verhaal, is hier een hele grote brand geweest op de boerderij van Hessels. De boer en al zijn vee zijn toen verbrand. Maar de boerin heeft zich samen met haar drie kinderen weten te redden uit de vlammenzee. Alle dorpelingen hebben haar samen met haar kinderen zien lopen richting het dorpsplein. Zij heeft zelfs nog met een brandweerman staan praten. Toen de brand eindelijk geblust was, zijn zij op zoek gegaan naar de vrouw en haar kinderen, het hele dorp heeft dagen lang lopen zoeken, maar tot op de dag van vandaag heeft niemand ze ooit nog gezien.
Behalve……. de man stopt even met vertellen en vervolgt dan zijn verhaal……… een keer in de 5 jaar. Dan geeft zij een teken van leven als je het zo mag noemen. Deze keer heeft ze jouw daarvoor uitgekozen. Als Bert zijn biertje op heeft stapt hij weer in zijn auto richting huis. Eenmaal thuis gekomen vertelt hij het hele verhaal aan zijn vrouw. Die er niets van gelooft en hem met argus ogen aan kijkt. Als je het dan van een ander wilt horen stap in de auto en rij mee terug naar dat café waar ik geweest ben. Dat is goed, antwoord zijn vrouw, maar als er niets van waar is dan ga jij morgen als eerste naar de dokter toe. En je laat je eigen helemaal nakijken.
Bert stapt samen met zijn vrouw in de auto en gaat onderweg terug naar het café toe. Als hij in de straat van het café aangekomen is, ziet hij tot zijn stomme verbazing dat er helemaal niets is wat ook maar enigszins op een cafe lijkt. Het zal toch niet zo zijn dat ik in de verkeerde straat zit denkt hij nog. En gaat de volgende straat in. Ook daar is geen café. Dan maar weer terug naar de eerste straat, denkt Bert. Een voorbijganger die zijn hond uitlaat kijkt naar de auto van Bert, ik vraag het wel even aan die meneer daar zegt zijn vrouw, en voegt de daad bij het woord. De man kijkt haar aan en begint te lachen. Een café hier in deze straat, was het maar waar, nee hoor mevrouwtje die is hier nooit geweest. Als Bert de man aankijkt herkent hij hem als de man die hem het verhaal in het café heeft verteld. Ik heb toch met u zitten praten in het café probeert Bert nog hulpeloos. De man kijkt hem aan, en met een blik van ik heb je nog nooit gezien draait hij zich om en loopt samen met zijn hond verder het dorp in. Dat wordt morgen een bezoek aan de dokter lispelt zijn vrouw hem toe. En ga nu maar weer terug naar huis. Dan zal ik een bord met eten voor je maken.
Als Bert de volgende morgen wakker wordt gaat hij als eerste naar de dokter om hem te vragen wat er mankeert. Je zal wel overwerkt zijn roept zijn vrouw hem nog na. Na een minuut of 10 in de wachtkamer is Bert aan de beurt. En wandelt de praktijkruimte van de dokter binnen. Goedemorgen dokter en voor dat hij zijn verhaal wil vertellen ziet hij de gelijkenis met de vrouw van gisteren avond. Op haar naambordje wat op haar bureau staat leest Bert de naam Susan Hessels. Zonder een woord te kunnen zeggen rent Bert naar buiten.
Een jaar later krijgt Bert bezoek op kantoor van een oude dame. Hij weet niet meer hoe het verhaal begon maar terugdenkend aan die ene dag vertelt hij haar alles. En die haarspelt vraagt de oude dame hem, heb je die nog. Tja die haarspelt, ineens was die weg geloof ik. Ik weet eigenlijk niet meer waar die is. U bent een gelukkig mens mompelt de oude dame, u heeft iets meegemaakt wat niet iedereen meemaakt. Dat moet u koesteren meneer. En weg was ze.
Ook van deze schrijver
Lezers lazen ook
Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.
De Verhalenmakers is een project met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.
Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.
Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!
De Verhalenmakers
info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina
Leave a comment.