.
~ adv ~
Ze had nog zo’n mooie pyjama in de kast liggen, zij de zuster, toen ze binnen kwam met de koffie, zal ik die maar aantrekken als het zover is. |
Sterfbed.
Als ‘s middags de telefoon gaat, pak ik hem op met een vreemd gevoel. Aan de andere kant
van de lijn verteld een familielid mij, dat mijn tante erg slecht is, en of ik naar het ziekenhuis
wil komen. In de gang komt de hoofdzuster me al tegemoet, met een blik die mij verteld dat
het nu wel erg is, Het gaat snel met uw tante, zegt ze op een discrete toon. Ligt ze nog in haar
kamer zuster, vraag ik haar. Nee, we hebben haar apart in een kamertje gedaan, is beter voor
de andere, en wat rustiger voor haar. Dat begreep ik. Als ik naar haar kijk, krijg ik een raar
gevoel over me. Kon ik nu maar even in haar gedachten zijn. Want op de een of andere
manier, ben ik altijd heel nieuwsgierig, Wat er in iemand omgaat, die het tijdelijke, met het
eeuwige gaat verwisselen. Kopje koffie, haalt de zuster me uit mijn gedachten. Graag
antwoord ik, alleen suiker alstublieft. Ik breng het wel even hier naar toe, blijft u maar bij uw
tante. Ze had nog zo’n mooie pyjama in de kast liggen, zij de zuster, toen ze binnen kwam met
de koffie, zal ik die maar aantrekken als het zover is. Doet u dat maar zuster, zij ik. Jammer
hé, anders had ze volgende week nog mee gegaan, naar het andere tehuis, voor een kien
avond. Maar ja, zo is het leven nu eenmaal. De zuster voelt nog even aan de pols van mijn
tante, en draait zich naar mij toe, ze is er nog hoor, misschien hoort ze u nog wel, praat maar
gewoon tegen d’r. En de daad bij het Woord voegende, roept de Zuster in het oor van tante. ..
uw neef staat naast u bed, hoort u mij nog. Ja hoor, klinkt er een stem, en verlamt van schrik
draai ik mij om. Naast mij staat een oude dame met zo’n rolwagentje, bent u de neef Ja
antwoord ik, nog steeds klam van de schrik. Ik ben haar vriendin, We hebben de zelfde kamer,
ziet u. O vandaar zij ik. Ik kom even gedag zeggen, ga is opzij jonge. . Nou dag hoor, ging
de oude dame door, goeie reis en gauw tot ziens. Ik voel het, het zal wel niet lang meer duren
of we kienen weer samen, ze gaf mijn tante een kus, en hield haar hand vast De oude dame
draaide zich van het bed af, en keek mij aan. Als je nog eens langs wil komen, dan kom je
maar bij mij op bezoek, drinken we samen thee. Dan kan je me wat meer vertellen over je
tante. Dat is goed beloofde ik haar. Zuster riep de oude dame, toen ze weer op de gang stond,
zuster, als u naar kamer 201 gaat, breng dan even de bloemen voor me naar hier, want zonder
bloemen dood gaan is zo kaal.
Zonder bloemen en Zonder vrienden is het na je dood zelfs kaal.
Ook van deze schrijver
Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.
De Verhalenmakers is een sociale onderneming met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.
Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.
Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!
De Verhalenmakers
info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina
Leave a comment.