Moeders courage

Barbara van Wijk Aantal keren gelezen: 922 Historie

~ adv ~

Moeder liet zich niet zomaar verkrachten, nee, ze verzette zich hevig, maar dát had gevolgen......

Mijn ouders woonden in 1945 in een dichtbebost gebied net even buiten Berlijn. De oorlog was beëindigd. Hier waren wij naar toe gevlucht om te ontkomen aan het ruige geweld dat Berlijn teisterde. Mijn vader had een huisje getimmerd van de boomstammen uit het bos, te midden van andere vluchtelingen, zoals Joden, een echtpaar met een gehandicapte zoon die niet paste in Hitlers ideaalbeeld, een homoseksueel, politieke dwarsliggers, maar ook ‘gewone’ burgers, die de stad uit gebombardeerd waren. Ze kwamen ook hier in het bos. Ze kweekten groenten en fokten kippetjes en konijntjes. Er leek een einde te zijn gekomen aan de oorlog. Zo beleefde de ‘bosgemeenschap’ na de afschuwelijke oorlogservaringen nu een tijd van betrekkelijke rust. Tot deze ruw verstoord werd. “De Russen komen!! Ze staan al aan de Oder-Neisse!!” Het was geen mededeling maar een angstkreet die door de gemeenschap galmde. Dat de Russen wraak kwamen nemen leek voor de hand te liggen. Voor de kleine dorpsgemeenschap was het duidelijk dat rampspoed hen zou treffen. Wat konden ze doen? Er was geen enkele mogelijkheid om weg te komen, dus bleven ze in angst en beven afwachten wat er zou gebeuren.

Op een dag kwamen twee Kozakken aanwaaien. Vies en vuil van dagenlang rondzwerven. Bij de buren maakten ze amok. Ze schreeuwden naar de doodsbange buurvrouw, ze sloegen haar bont en blauw, en voor de ogen van haar kinderen werden de kleren van haar lijf gescheurd. Ze werd op de grond gesmeten en de beide Kozakken verkrachtten haar bruut. Ze beukten erop los. Was de een klaar dan begon de ander. Ze knepen in haar borsten tot ze bloedden. De marteling ging achter mekaar door. Het gillen van de vrouw zweepte hen op. Ze werden steeds hardvochtiger. Uren verstreken, maar opeens was het over. De belagers plunderden de voorraadkast, trokken de stopcontacten uit de muren, want stroom zomaar uit de muur wilden ze ook wel. Ze sloopten de kranen uit de keuken, want water in Kozakkenland kwam uit de pomp, dit water was veel lekkerder. Ze vermoorden de kippen en konijnen, spuugden nog een keer op buurvrouw die kermend op de grond lag, ze staken het gammele houten huisje in brand en weg waren ze, luidruchtig vrolijk, grijnzend en een slag naar de kinderen uitdelend. Gelukkig konden de vrouw en haar kinderen uit de vlammen gered worden. 

Elke dag kwamen er meer Kozakken, Mongolen en andere ongeciviliseerde Oost-Russen, en de incidenten in het bosdorpje stapelden zich op. Er werden handen afgehakt, een zwangere vrouw werd 1 opengesneden! Toen ze zich aan een kind vergrepen en het vermoordden was er totale verslagenheid. De mannen van het dorp deden wat ze konden om iedereen te beschermen. Niet erg succesvol overigens, want ze waren niet opgeleid om te vechten. De vrouwen bedachten van alles om verkrachtingen te voorkomen. Ze schoren hun hoofden kaal, smeerden hun gezichten in met ontlasting, smerige maandverbanden hingen ze aan hun lijf om de belagers af te schrikken, maar de gewelddadigheden gingen in alle hevigheid door.

Op een dag was moeder bezig in de tuin toen er twee Mongolen met een lange vlecht over de hoge omheining klommen. Eerst verstijfde moeder, daarna kwam er een oerkracht in haar boven. Zij zou niet zomaar ten onder gaan aan de Mongolen. Met ware doodsverachting stapte ze op de twee indringers af. Handen in haar zij: “Wat komen jullie doen?!” Ze verstonden geen woord, maar begrepen alles. Kwijlend riepen ze: “Frau, Frau.” Moeder spoog vuur: “Niks Frau, Frau, smerige hufters!!” Ze stopte hun een brief vol stempels in de hand. “Hier, lezen!” Het was een gewone inschrijving in het bevolkingsregister, maar ze konden toch niet lezen of schrijven. “Kijk wat hier staat!”, brulde zij de Mongolen toe. Geïntimideerd ‘lazen’ ze het briefje, alleen hielden ze het op z’n kop. “Zie je ….”, kreet moeder wijzend naar de stempels. “Jullie dood!!”, schreeuwde ze waarbij ze een snijdend gebaar maakte richting hun keel. Dit maakte hen erg onzeker en weifelend liepen ze naar het hek. Met gebaren vroegen ze moeder om het open te maken, want de muur was wel erg hoog. “Je bent eroverheen gekomen, dan terug ook, en nu wegwezen”, snauwde ze. 

Die avond waren er weer een paar bewoners iminder n het dorpje; de Mongolen hadden hun gram elders gehaald en hun door mijn moeder aangedane vernedering gewraakt op anderen. Met deze consequentie heeft moeder haar hele leven geworsteld. Toch ze heeft ons als kinderen ingeprent: “Onthoud goed: geef je nooit zomaar gewonnen. Vecht voor je recht.” Vandaar dat de spreuk in ons dorp op het verzetsmonument mij zo aanspreekt: “Waar recht tot onrecht wordt, wordt verzet tot plicht!” 

Leave a comment.

Ontvang iedere week een gratis verhaal!

Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.

 

Ja, dat wil ik wel   Of bestel het magazine

Het podium voor jouw verhaal

De Verhalenmakers is een sociale onderneming met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.

Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.

Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!

Twitter

Sorry, twitter is currently unavailable.

@social #media

Contact

De Verhalenmakers

info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina