Jij komt hier niet vandaan, of wel?

afbeelding van René van Stekelenborg René van Stekelenborg Aantal keren gelezen: 3,477 Maatschappij

Als Neerlandicus met een journalistieke inborst kwam ik in Haarlem terecht. Niet vreemd, want de hoofdstad van Noord-Holland herbergde de meeste journalisten per vierkante meter, uitgeverijen tierden er welig, het aantal schrijvers en auteurs was voluptueus, het Haarlems Dagblad mocht zich een van de oudste kranten van Nederland noemen en de uitvinding van de boekdrukkunst door Lautje Coster had zichtbaar een enorme dankbare vlucht genomen.

Culturele migratiestroom
Ik voel me thuis in het Den Bosch van het Noorden. Zij hebben Jeroen Bosch, wij Frans Hals. Zij hebben de Dieze, wij het Spaarne. Zij zijn groot geworden met keramiek en textiel, wij met linnen en grafische vormgeving. Wij waren decennia lang het epicentrum van de muziekindustrie, zij het fundament van de grootschalige theater- en musicalproducties. Wij waren beste winkelstad van Nederland, zij zijn het. En, beide steden houden van bier, al was het maar omdat ons omringende water niet te zuipen bleek.
Hoogleraar Ton Donders was aangenaam jaloers op het gegeven dat ik mijn biezen pakte en verkaste naar de Spaarne- of muggenstad om me te omringen met de erfenis van Nicolaas Beets, Lodewijk van Deyssel, Godfried Bomans, Louis Ferron, Harry Mulisch, Fer Abrahams, Albert Alberts, Robert Long, Burny Bos, W.L. Brugsma, René Cuperus, Midas Dekkers, Don Duyns, Gerard van Eckeren, Frederik van Eeden, Arthur Japin, Jan Kal, Hans Keller, Willem ten Berge, Alex van Warmerdam, Theodorus Schrevelius, Stephan Sanders, Rogier Proper, Alexander Pola, Gustaaf Peek, Lennaert Nijgh, Joost Niemöller, Kees Lunshof, Rick de Leeuw en Peter Buwalda.

Jij komt hier niet vandaan door Linda van Bruggen

Jij komt hier niet vandaan, toch?
En toch is er net dat ene verschil waar ik 26 jaar later nog steeds minstens drie keer per dag mee te maken krijg en dat is het openingszinnetje: ,,jij komt hier niet vandaan, of wel?’’. Blijkbaar is het voor veel Haarlemmers een absolute noodzaak om een personage geheel te kunnen en willen doorgronden alvorens een gesprek te entameren. Blijkbaar hechten Haarlemmers behoorlijk wat waarde aan de misvatting van ene Johan Winkler die in de 19e eeuw in zijn Dialecticon schreef dat de Haarlemse plaatselijke volkstaal (dat meer nog een verbastering van ’n Zuid-Hollands dialect was dan dat het aansloot op het Kennemerlands) veel leek op het ‘modern Hollandsch’. 
In Brabant zeggen ze in het dorp Halsteren bij Bergen op Zoom precies hetzelfde, alleen al ruim vijf eeuwen eerder. Gesterkt door het Nederlandstalige werk van Hadewijch, Jan van Boendale, Jan van Ruusbroec en de rederijkerskamers in Vlaanderen en later nog Guido Gezelle en de Brugse Jacob van Maerlant met hun hoofse ridderromans. 
Welke extra info het Haarlemmers verschaft, weet ik niet. Of ik met deze verbeten openingsvraag anders bezien en beschouwd word, daar kan ik ook nog steeds mijn vinger niet op leggen. Wel is het zo dat de hype om vervolgens in de slechtste imitatie-pogingen ooit om Jeroen van Koningsbrugge, Theo Maassen of Hans Teeuwen te dicteren, over is.
Maar goed, de openingsvraag blijft rondzweven in de hoofden van Haarlemmers die voortdurend afstemming zoeken bij een klein kliekje vertrouwelingen die zij nog kennen uit hun studentenperiode van het uitgaan in de Hak of Sneeuwbal. Dat zijn de jongens van stavast die beweren dat ze rock-‘n-roll zijn omdat ze de juiste schoenen dragen of omdat ze beweren dat ze hoofdredacteur van de krant zijn terwijl iedereen weet dat ze met pijn en moeite een keer per jaar mogen opdraven om het culturele verschijnsel van het bloemencorso te verklaren.
Daar komt bij dat ik me afvraag of de gemiddelde Haarlemmer dezelfde vraag stelt aan onze nieuwste inwoners; de Syrische medemens. En snapt de Haarlemmer dan ook wat hij opmerkt of vraagt? Snappen wij Haarlemmers sowieso hoe gereserveerd wij zijn en hoe we voortdurend met navelstaarderij niet verder kijken dan onze (afgebroken) stadspoorten?

Grote bloei
In het Historisch Museum Zuid-Kennemerland op het Groot Heiligland kun je ontdekken dat Haarlem vooral door een enorme aanwas Brabanders, Zeeuwen en Vlamingen exponentieel is gegroeid. Een grove gok leert ons dat duizenden (30.000) Zuiderlingen hun toevlucht namen tot de stad boven de grote rivieren waar de Katholieke kerk gewoon naast de Doopsgezinde Gemeente en de Gereformeerde of Lutherse kerk kon bestaan. In ieder geval totdat het Akkoord van Veere werd afgeschaft en Katholieken hun heil moesten zoeken in schuilkerkjes op bijvoorbeeld de Bakenessergracht. 
Bovendien was Haarlem een eindstation als het ging om werkloze boeren en landlopers die de smokkelroute naar Holland wilden afleggen. En dat er volop mogelijkheden waren voor Brabanders, Vlamingen en Fransen om de linnenindustrie in Haarlem een ‘boost’ te geven, dat was een prettig toekomstbeeld. 
Lieven de Key, de Gentse bouwmeester die bijna in zijn eentje verantwoordelijk was voor de Hollandse Renaissance, werd in 1593 al tot stadssteenhouwer van Haarlem benoemd. Hij was zowat de eerste Vlaming die tot ere-Haarlemmer werd verheven. Onze stad heeft zijn economische bloei te danken aan de emigranten uit het Zuiden.

Haarlem als kraamkamer
Welke bekrompen geest maakt zich van ons meester dat we het erg vinden dat Peter Buwalda inmiddels naar Amsterdam is vertrokken? Hoe kijken we aan tegen de kraamkamerfunctie van creatief talent die Haarlem heeft voor de culturele elite van Amsterdam? En wat doen we vooral om hen te behouden en goed te laten gedijen in onze stad, tenslotte de hoofdstad van Noord-Holland?

Wie vorig jaar de aflevering van Hier zijn de Van Rossems in Haarlem heeft gezien, die weet dat opgelegde verhaaltjes over het perfecte Nederlands, over poeha-heldenvereringen zoals Kenau, over Coster als dé uitvinder van de boekdrukkunst en over het feit dat Mozart nog in de Bavo op de markt heeft gespeeld voor 99,9% niet juist zijn. Wat Maarten, zijn broer en zus maar wilden aangeven is dat ’n Haarlem Marketing net als de inwoners van onze stad teveel blijven hangen in het gedweep van het verleden terwijl het juist de opmaat naar succes en creativiteit is die van Haarlem één groot levendig instituut maakt. Haarlem is het Madurodam van de Nederlandse volksaard, een spoedcursus cultuur én ‘melting pot’ voor alle gezindten, geloven en culturen. Dan moet het niet uitmaken of je hier eigenlijk wel vandaan komt.

Comments (1)

afbeelding van Inemarie Dekker

Inemarie Dekker

April 13, 2016, 12:59 pm -
Comment: 
Mooi verhaal! En 'I love' de tussenkopjes! Want dat maakt lezen online veel makkelijker! ;)

Leave a comment.

afbeelding van René van Stekelenborg
René van Stekelenborg
Ik ben een Haarlemse aandachttrekker. Niet voor mezelf, maar voor anderen. En dat doe ik via mijn 'aandachtsfabriek' voor ondernemingen, instellingen, organisaties, freelancers, kunstenaars, architecten, vormgevers en koekenbakkers die een verhaal te vertellen hebben of wat willen verkopen. Liefst via de media vragen ze om aandacht voor hun product of dienst. Als Neerlandicus met een (bedrijfs-)journalistieke achtergrond denk ik te weten hoe ik met verhalen in een passende tone-of-voice de nieuwsgierigheid kan opwekken en de aandacht kan vasthouden.

Ontvang iedere week een gratis verhaal!

Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.

 

Ja, dat wil ik wel   Of bestel het magazine

Het podium voor jouw verhaal

De Verhalenmakers is een project met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.

Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.

Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!

@social #media

Contact

De Verhalenmakers

info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina