.
Een nieuwe levensfase, nieuwe plannen, mooie vooruitzichten en dan blijkt het allemaal toch anders te lopen dan bedacht. |
Camperfeest.
Wat waren we blij met onze eerste camper. Net met pensioen en grootse plannen! We zochten ons wezenloos naar een geschikt huisje op wielen en vonden een lief kleintje, we waren toch maar met z´n tweeën én de hond, maar die kon mooi een plekje onder de tafel krijgen. We droomden van bergpassen die hij moeiteloos zou trotseren, vergezichten, strandwandelingen mét hond natuurlijk, want die zouden we overal meenemen. Ja, ja, dat hadden we mooi gedacht.
Al gauw bleek onze hond, Castill, doodongelukkig te zijn op zijn plekje onder tafel. Hij kon niet naar buiten kijken en was doodsbang, want wat was er gebeurd? Op de allereerste reis knalde er een bovenkastje open, waardoor zo ongeveer het halve servies met een donderend geraas naar beneden kwam. Daar is hij zó van geschrokken, dát heeft hij nooit meer vergeten. Gevolg was een sidderende angstige hond, waar ik, wat ik ook deed, geen troost aan kon bieden.
We bedachten van alles, hij mocht op schoot, hij kreeg een speeltje met een stukje vlees erin wat hij eruit moest zien te knabbelen (hij keek het niet eens aan!), ik kriebelde en krabbelde hem achter de oortjes, maar niets hielp.
Egbert bedacht dat hij naar buiten moest kunnen kijken. ¨Als we nou eens een stellage bouwen op de banken tot tafelhoogte, dan kan hij op het hele zitgedeelte liggen en door het raam naar buiten kijken. Afleiding!¨ Zo gezegd zo gedaan. We gingen naar Het Goed om een lattenbodem te kopen die op maat gemaakt kon worden. Een babymatrasje over het hele zitgedeelte heen, en ziezo, Castill kon naar buiten kijken. En zo kwam het dat wij op wiebelige krukjes in het piepkleine gangetje van het campertje, met een bord op schoot onze maaltijden nuttigden, want de hond lag op tafel. Mensen bleven op straat staan als ze de grote hond achter het raampje zagen. Géén gezicht!
Maar als je denkt dat het hielp? Welnee! Castill lag te rillen en bibberen als het spreekwoordelijke juffershondje. Wat zielig! We hadden zó met hem te doen, bij de ellebogen van zijn pootjes waren aan het eind van zo´n reis zelfs wonden ontstaan, want hij lag in één houding de hele reis lang te shaken.
Na een koffiepauze op een grasveldje met fabelachtig uitzicht op een besneeuwde bergketen, wilden we weer verder gaan. We stapten in en riepen Castill. “Kom op, we gaan weer.” Castill lag onder een boom in de schaduw, ik zág zijn blik en vreesde het ergste. Niks kom op. Hij bleef liggen en keek ons alleen maar met zijn tragisch-ste blik aan. “Vrouwtje, nee, laten we hier blijven.” Met geen mogelijkheid was er enige beweging te krijgen in het zielige hondebeest. “Laten we maar gewoon doen alsof we wegrijden, dan komt hij wel…..!” Zo gezegd, zo gedaan. Geen effect. Als hondjes konden huilen dan stroomden er nu dikke tranen over zijn wangen, maar hij ging niet mee. Over mijn wangen stroomden de tranen wel! Na zo´n honderd meter stopt Egbert resoluut. Stapt uit. Loopt naar Castill en tilt hem op. Een hond van 30 kilo! Hij legt hem zacht op de babymatras en daarmee was het probleem (nog lang niet) opgelost.
Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.
De Verhalenmakers is een project met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.
Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.
Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!
De Verhalenmakers
info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina
Leave a comment.