.
~ adv ~
Ze zou er nu toch moeten zijn? Pim staat nerveus achter de Schouwburg te wachten. Samen met Marie heeft hij een fluisterbootje gehuurd om naar de Nieuwe Gracht te varen. Daar zou een ingang zijn die toegang geeft tot een gangenstelsel onder Haarlem. |
Waar blijft ze nu toch? Pim probeert Marie te bellen, maar ze neemt niet op. Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en stapt in de boot. Het is koud op het water. Pim slaat zijn jas en sjaal nog eens stevig om zich heen. Vanmorgen liep hij samen met zijn vriendin nog in het herfstzonnetje door de stad. Op de Grote Markt hadden ze nog een kopje koffie gedronken op een terrasje en waren met de geocaching-speurtocht door Haarlem begonnen. Ondertussen kregen ze informatie over de legende van een draak die in de Janspoort – één van de toegangen van het ondergrondse gangenstelsel – gevangen zou hebben gezeten. Grappen makend over de draak hadden ze uiteindelijk vier cijfers gevonden op verschillende plekken. Deze code zou toegang geven tot het ondergrondse gangenstelstel van Haarlem kunnen openen. Hij geloofde het maar half: iedereen wist toch dat dat die gangen niet echt bestonden?
Pim vaart de Raamsingel op, het is niet zo ver naar de ingang van het gangenstelsel aan de Nieuwe Gracht. Het is rustig op het water, het toeristenseizoen is voorbij. Heel anders dan in augustus als je bijna over de bootjes kunt lopen. Als Pim vanaf de Kampersingel, het Spaarne opvaart hoort hij zijn naam roepen. Het is Marie. Ze komt verwilderd aanfietsen en zwaait terwijl zij zijn naam roept. Pim vaart naar de kant en merkt dat hij opgelucht is. Ergens vindt hij het ook wel spannend. En samen met Marie is in ieder geval gezelliger.
Marie zet haar fiets op de Turfmarkt op slot en loopt naar hem toe. ‘Waarom heb je niet gewacht?’ vraagt Marie als ze in de boot stapt. ‘Eh, ja, ik wilde gewoon gaan,’ zegt Pim. ‘Waarom was jij te laat, ik heb je nog gebeld maar je nam niet op.’ ‘Ik heb nog wat op de kop getikt,’ zegt Marie terwijl ze uit een tasje papieren haalt. ‘Vorige week hadden we toch wat uit gezocht over dat gangenstelsel? Vanmorgen ruimde ik de boekjes op en zag dat er tekeningen bij zaten. Daar heb ik gauw kopieën van gemaakt. Wie weet doet dat Geo-ding het niet als we onder de stad lopen, dan hebben we in ieder geval een kaart. En ik heb ook een zaklamp, een fles water en een rol koekjes. Als we er niet meer uitkomen, hebben we in ieder geval wat te eten.’ Pim kijkt bewonderend naar z'n vriendin. Aan die dingen had hij niet gedacht. Het valt hem op dat Marie er echt zin in heeft en hij heeft een beetje spijt dat hij gewoon vertrokken is. Ze varen verder, nog een klein stukje en dan zijn ze bij de Nieuwe Gracht.
'Ik zie het cijferslot al hangen!' roept Marie enthousiast. Pim vaart naar een hek met een cijferslot onder de brug en legt aan. Hij kent de cijfercode uit zijn hoofd. Bij elk van de plekken die ze eerder bezochten - de Bavo, Barteljorisstraat 10, de Janspoort en de herberg aan het Spaarne - vonden ze een cijfer. De cijfers samen vormen de code. Marie draait de cijfers in de juiste volgorde. Het slot gaat niet open. Ze kijkt Pim aan. Hij probeert het zelf nog eens tevergeefs. 'Laten we teruggaan, dit was gewoon een goede grap, we komen er niet in,' zegt hij.
Maar Marie wil nog niet opgeven. 'Denk eens even goed na,' zegt ze. Waar waren we het eerst, bij de Bavo toch? Want daar zaten we dichtbij op een terrasje.' 'Maar de route begon eigenlijk bij de herberg,' bedenkt Pim zich. Ze proberen een andere code: in de volgorde van de route. Nu gaat het slot open. Pim krijgt het warm en koud tegelijk, hij voelt zijn hart kloppen. Moet hij echt die donkere gang in? Wat zullen ze er vinden?
Ondanks zijn angst, loopt Pim naar binnen. Marie knipt de zaklamp aan. Voor hen ligt een lange gang. Voorzichtig lopen ze verder. De gang is donker, koud en vochtig. Er is helemaal niks te zien: een boog van bakstenen en in de verte is vaag een bocht zichtbaar. Het is lastig inschatten hoe ver het nog is. Wanneer ze dichterbij komen blijkt het een splitsing te zijn. Links ziet Pim alleen maar donker, rechts ziet hij iets anders. Kleuren op een muur. Hij wil zien wat het is. Stapje voor stapje loopt hij verder, om niet uit te glijden over de glibberige stenen. Als hij zijn zaklamp omhoog laat schijnen ziet hij een prachtige muurschildering. Hij moet de zaklamp in grote banen heen en weer zwaaien om de hele tekening te kunnen zien. Nu ziet hij een afbeelding van een draak. 'Dat moet die draak uit de legende zijn, denk je ook niet, Marie?'.
Hij draait zich om, maar Marie loopt niet meer achter hem. 'Marie!' roept hij, maar hij krijgt geen reactie. Hij grabbelt zijn telefoon uit zijn binnenzak en doet hem aan. Geen bereik. 'Marie!' roept hij nog eens. Een rilling loopt over zijn rug. Hoe kunnen ze elkaar nu zijn kwijtgeraakt? Hij realiseert zich dat hij helemaal niet met haar overlegd heeft toen hij linksaf sloeg. Waarom is hij ook altijd zo ongeduldig. Hij mist haar nu al. Waarom denkt hij altijd dat hij het wel alleen afkan.
Snel loopt hij terug naar de splitsing. 'Marie!' roept hij nogmaals. Geen antwoord. Hij slaat nu linksaf, de gang in die hij eerder oversloeg omdat deze zo donker was. De lange gang maakt even later een bocht naar rechts en eindigt bij een dichtgemetselde poort. Pim zoekt of hij kan ontdekken waar hij is, waar de deur naar toe leidt. 'Stadshuis' leest hij is vage letters. Zou hij nu onder de Grote markt zijn. Heel vaag kan hij het stadslawaai boven hem horen. Dan vindt hij een trapje dat hem naar een nieuwe gang leidt en links afbuigt. Hij moet Marie vinden. Hij moet verder. Niet veel later komt hij bij een volgende deur. Ook deze is dichtgemetseld. Weer gaat hij op zoek naar een teken van herkenning. 'Groote Kerke' leest hij in dezelfde vervaagde ouderwetse letters.
Wat doet hij hier in zijn eentje? Waarom is hij niet bij Marie gebleven? Zij heeft de kaarten. Zij weet altijd wat ze doet. En hij loopt hier maar wat, en hij weet niet eens wat hij zoekt. Het enige wat hij ziet is een oude gang. Geen enkel teken dat hier vaker mensen lopen. Zou niemand de code eerder hebben weten te kraken? Wat begon als een spannend avontuur met z'n tweeën in de zon, is nu een koude en eenzame tocht geworden. Hij kan niet anders dan verder lopen en hopen dat hij haar weer vindt.
'Marie!' roept hij nog eens. Geen reactie. Hij probeert zijn angst weg te duwen, alleen in die donkere gang. Hij moet verder lopen. Ondanks de zaklamp ziet hij geen hand voor ogen. Dan, heel in de verte ontwaart hij een lichtje. Zijn hart slaat over: moet hij bang zijn of zou hij een uitgang hebben gevonden? Voorzichtig loopt hij verder. Het lampje verdwijnt af en toe, en dan ziet hij het weer verschijnen. Het lijkt wel alsof iemand het beweegt. Nu ziet hij ook de contouren van een gestalte. Zijn hart klopt nu in zijn keel. Hij denkt niet meer, maar zet gewoon de ene voet voor de andere. Hij moet weten wat het is.
Dan, vlak bij hem, draait iemand zich om en een scherp licht valt op hem. Hij knippert met zijn ogen. En dat ziet hij haar! 'Marie! Daar ben je! Wat ben ik blij je te zien!' Marie kijkt nog altijd vol concentratie op de kaart bij het licht van haar mobieltje. 'Pim, goed dat je er weer bent. Ik volg de route op de kaart, we moeten er nu echt dichtbij zijn hoor,' zegt ze. Vol verwarring kijkt hij haar aan. 'Waar dichtbij?' 'Ik ben al langs de Janspoort gekomen. En jij?’ vraagt ze. 'Eh, langs het stadhuis en de Bavo.' Marie veert op: 'Aha, dan moeten we teruglopen zoals jij bent gekomen, we moeten onder de Barteljorisstraat zien te komen. Volg mij maar!'
Het bange gevoel verdwijnt langzaam en Pim loopt opgelucht achter Marie aan. Terwijl hij daar loopt bedenkt hij zich dat hij altijd had gedacht dat hij het wel alleen afkon. En nu komt hij erachter hoe fijn het dat hij op zijn vriendin kan vertrouwen. Ze zitten hier dan wel in een donkere, koude gang, maar hij realiseert zich opeens dat hij niet alles alleen hoeft op te lossen. Dat zal hij onthouden zodra ze de weg hieruit hebben gevonden!
De eerste twee aanmeldingen lopen met ons de “Onderaardse gangen”- route. Dit is een app van Stappen in de Stad. De route komt door het Archeologisch Museum, het Teylers Museum en het Noord-Hollands Archief. Meedoen is deze keer gratis. In ruil schrijven we samen een kort historisch verhaal over het gangenstelsel van Haarlem.
De route is normaal gesproken betaald en eigenlijk bedoeld voor kinderen in de leeftijd van groep 8 en de brugklas. Of ga zelf op pad en vind de onderaardse gangen per boot: www.geocaching.com/geocache/GC2JN05_de-wraak-van-de-draak
Kim Nooij
Kim (co-founder De Verhalenmakers) heeft ruim negen jaar ervaring als interaction designer zoals o.a. het ontwikkelen van websites in Nederland, Ghana en Oeganda. In 2013 richtte zij met een Ghanese ondernemer TechSupport Ghana op: een sociale onderneming gericht op ICT-training voor jongeren zodat zij zelf opdrachten kunnen verwerven. |
Ook van deze schrijver
Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.
De Verhalenmakers is een sociale onderneming met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.
Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.
Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!
De Verhalenmakers
info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina
Leave a comment.