Voltooid verleden: 'Mijn tijd'

Adriana Boellaard Aantal keren gelezen: 2,392 Historie

Denk ik aan de Leidsevaart, dan denk ik aan de immens grote tuin, het water voor de deur met het bootje, de grote gymzaal waar we oud en nieuw vieren met de hele familie. Maar ook aan de twee gastvrije mensen, voor ons kinderen. Natuurlijk worden we verwend maar voor zover ik me herinner: mijn tante is ook streng en hij, mijn lieve oom, hij is echt onze suikeroom die zo af en toe alle regeltjes aan zijn laars lapt.

Ik lees in de functieomschrijving van mijn oom en tante – conciërge-echtpaar van de 1e Rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem: bezoekers van het pand Leidsevaart 220 mogen niet blijven logeren...

Ik was het jongste kind van één van de broers. Mijn nichten en neven zie ik als ooms en tantes. Mijn zus is 14 jaar ouder en broers heb ik nooit gehad. Ik weet nog van de verhalen van mijn zus bijvoorbeeld: de examentijd altijd druk en nog eens druk. Tante schroomt niet ze aan het werk te zetten: eten koken, de was doen, schrobben en boenen als ze personeel te kort komt. De mannen helpen oom in het stookhok vooral als de winter koud is.

Kerstvakantie: de mooiste tijd. Geen ‘vreemd volk’ in huis, alleen maar familie. Niet alleen het diensthuis maar ook de hele school was ons domein. En Oud en Nieuw: lange tafels in de gymzaal. Grote schalen met salades en niet te vergeten: Oliebollen en appelflappen bakken in de keuken. Natuurlijk loop ik, samen met twee achternichtjes, iedereen in de weg, ben aan het eind van de middag al dood moe en propvol van het proeven. Wij worden naar de grote slaapkamer gebracht en moeten een paar uur slapen voor het feest begint.

In de zomervakantie voeren we met het bootje over de Vecht of ik wordt opgehaald bij de sluis in Zwanenburg.

Mijn geboortejaar 1931: Ik was nog veilig opgeborgen in de buik van mijn moeder. Oom wordt gehuldigd, juni 1931, voor 25 jaar trouwe dienst, over tante geen woord in het krantenartikel van de oprecht Haarlemmer.

Nooit meer Leidsevaart: Oom en tante met pensioen 1936: ze kopen een huis in de Nagtzaamstraat. 1940 de oorlog breekt uit. Op een koude dag in december op de schaatsen met mijn buurjongetje, Een jaar later het bombardement. Oom is het zat, het huis is dusdanig beschadigt daar wilde hij niet meer in wonen. De volgende stek wordt de Rujiterweg.

30 maart 1943: Mijn oom overleed, evenals zijn zoon aan longontsteking. Hij is niet begraven, ook niet gecremeerd maar bijgezet in het mausoleum van de Kleverlaanbegraafplaats in Haarlem.

Ik herinner me weinig van de bijzetting, ik ben 12 jaar. Oorlog zorgt voor wanorde maar ook voor avontuur. Wij, de kinderen, worden geacht dingen te ondernemen die voor volwassen mensen gevaarlijk zijn. Natuurlijk wordt onze tante niet eenzaam, daar is ze ons te dierbaar voor.

Ik mis mijn oom. Ik mis de uitjes: samen op zondagmorgen naar ‘De Hout’, hertjes voeren en op de foto gezet door de man met het kastje en daar overheen een zwarte doek. Oom zwaaiend met zijn bijzondere wandelstok die ineens verandert in een echte paraplu.

Leave a comment.

Dit was deel 3 uit een serie van 3.

Ontvang iedere week een gratis verhaal!

Laat je inspireren door de beste schrijvers en ontvang de nieuwste verhalen per mail!
Geef je op en je krijgt wekelijks een gratis verhaal opgestuurd.

 

Ja, dat wil ik wel   Of bestel het magazine

Het podium voor jouw verhaal

De Verhalenmakers is een project met als belangrijkste doel: bijdragen aan verbinding.

Wij bieden een podium voor verhalen, schrijvers en professionals omdat we geloven in de kracht van storytelling.

Ben je een schrijver of wil je graag schrijven?
Meld je aan!

@social #media

Contact

De Verhalenmakers

info [at] verhalenmakers.com
of ga naar de contactpagina